Afgelopen
De relevante kenmerken van High Potentials belichten en met concrete voorbeelden aantonen welke lestechnieken het meest effect hebben.
Niet alle High Potentials laten zich direct opmerken in de klas. Is dat dan nodig? Op zich niet, maar het is wel belangrijk dat je rekening met hen houdt. Je kan deze leerlingen herkennen aan enkele vaak terugkomende kenmerken. Een grote portie verveling en kritische ingesteldheid zijn er al twee, zelfs al zitten ze nog maar net in het secundair. Tegelijk hebben ze een grote honger naar kennis en willen ze juist wel veel leren.
Hoe match je dus hun honger met jouw aanbod? Met slechts enkele kleine aanpassingen in je lessen kan je al een heel groot verschil maken.
We geven enkele concrete voorbeelden en je wordt als leerkracht zelf op weg gezet met een lesonderwerp dat je zelf meeneemt.
Docerend + vraag en antwoord van publiek + zelf aan de slag gaan
Een les dat je wil herwerken voor de high potentials.
Bestaande woordenlijsten kritisch beoordelen; het rendement van leerstrategieën m.b.t woordenschat vergelijken; motiverende alternatieven voor woordenschatherhaling bedenken; activerende woordhulp opstellen bij de lectuur van teksten.
In deze sessie komen de verschillende aspecten van woordenschatdidactiek aan bod: van de eerste kennismaking met nieuwe woorden over herhaling tot de woordhulp bij de lectuur van Latijnse en Griekse teksten. Je krijgt achtergrondinformatie vanuit recent wetenschappelijk onderzoek naar woordenschatverwerving. Je wordt uitgenodigd om je eigen woordenschataanpak te onderzoeken: aan de hand van concrete tips en voorbeelden krijg je een aanzet tot een alternatieve omgang met vocabularium.
De uitdagingen rond woordenschatverwerving waar onze leerlingen (en hun leraren) mee geconfronteerd worden, belichten we eerst vanuit recent wetenschappelijk onderzoek. Vervolgens kijken we hoe in het huidige lesmateriaal aan die noden kunnen tegemoet komen. We nodigen de deelnemers uit om hun eigen woordenschataanpak te onderzoeken: aan de hand van concrete tips zoeken we naar een betere, alternatieve omgang met het vocabularium.
Leraren tweede en derde graad
Het algemene (ideaal)beeld van de Griekse tragedie toetsen aan vier minder canonieke stukken.
Het prototypische beeld van de Griekse tragedie is sinds Aristoteles sterk bepaald door Sophokles’ meesterwerken Antigone en Koning Oidipous, niet toevallig populaire stukken in het secundair onderwijs.
Na wat algemene beschouwingen over het schijnbaar vertrouwde maar eigenlijk vreemde fenomeen van het Griekse theater, zullen we spreken (of van gedachten wisselen) over twee andere stukken van Sophokles (Aias en Philoktetes) en twee stukken van Euripides (Medeia en Asielzoeksters). Ze zijn alle vier geschreven in de turbulente periode die Athene in de latere vijfde eeuw doormaakte: oorlog (met Sparta) en het in vraag stellen van de traditionele waarden (de sofisten).
Elke tragedie zal vanuit een eigen invalshoek besproken worden, met enkele fragmenten ter illustratie. Actuele relevantie en persoonlijke respons staan centraal. Een weerkerend thema is dat van leiderschap en (on)macht – Boris Johnson is een classicus – maar we zullen het ook hebben over vrijheid van spreken, en over misogynie en feminisme.
Geen voorkennis nodig. Ik zal af en toe naar Griekse termen of teksten verwijzen, maar altijd met vertaling. Input van leraars Grieks die zelf tragedie doceren (3de graad) is welkom, maar de behandelde thema’s zijn even relevant voor andere leraren én voor mensen met leidinggevende functies.
Leraren tweede en derde graad
In deze workshop geven we duiding bij het bestaan en de immense omvang en diversiteit van de Latijnse literatuur na de oudheid. Vervolgens bieden we een aantal hulpmiddelen aan om zelf dergelijke teksten op te sporen en ermee aan de slag te gaan in de klas. Tot slot bekijken we een aantal concrete voorbeelden.
Hoorcollege
Leraren derde graad
Lectuur van Catullus vanuit verschillende inhoudelijke invalshoeken.
De lectuur van Catullus, meestal in het vijfde jaar, roept bij leerling én leerkracht zeker een aantal vragen op. We kennen hem vooral van zijn naïef romantische “Da mihi mille basia”, maar Catullus is meer dan dat.
In deze workshop gaan we op zoek naar de waarheid achter de vele gezichten van Catullus. Welke relatie gaat er schuil achter de gedichten tot “zijn” Lesbia, die hij bemint én haat? In een aantal gedichten spreekt hij over zijn homoseksuele liefde voor de jonge Iuventius. Doorbreekt Catullus met deze gedichten taboes of ging het om gebruikelijke, sociaal aanvaarde praktijken? In andere gedichten schoffeert hij dan weer machtige politici zoals Caesar. Hoe kwam hij daarmee weg, gezien de politieke situatie van die tijd? En wat te denken van de scheldtirades waarin hij schunnige, bijna pornografische taal niet schuwt? Op deze en andere vragen proberen we in deze workshop een antwoord te formuleren.
Vanuit de lespraktijk legt leerkracht Peter Van Ryckeghem een aantal vragen voor aan Catulluskenner Johan Halsberghe. Hierbij voorzien we een syllabus met de betrokken gedichten. Uiteraard is er ook ruimte voor vragen en interactie.
Inzicht hebben in de mogelijkheden en beperkingen van toetsing waarbij alle opdrachten betrekking hebben op (niet-authentieke) Latijnse teksten.
Leerkrachten Latijn stellen vast dat het in de 1ste graad en het 3de jaar niet altijd evident is om alle competenties te toetsen op basis van bestudeerde en analoge niet-bestudeerde teksten, zoals de actuele leerplannen van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen voorschrijven.
In deze werkwinkel gaan we in op enkele pijnpunten van het geïntegreerde evalueren van taal, lectuur en cultuur. Zijn dergelijke evaluaties wel voldoende valide, representatief en haalbaar voor de leerlingen? Aan de hand van diverse voorbeelden en discussiepunten proberen we een antwoord te formuleren op de vraag of en hoe we ook in de beginjaren (bijna) àlles via teksten kunnen evalueren.
Discussie en bespreking praktijkvoorbeelden
In deze workshop bekijken we op bescheiden(!) schaal de mogelijkheden die geboden worden door de raadselcollectie van de laat-antieke auteur Symphosius, wiens verzameling van 100 Aenigmata als het startpunt van een lange, europese traditie mag gelden.
Symphosius’ Aenigmata kunnen vanaf de tweede graad voor het nodige leesplezier zorgen. De eenvoudige wil om tot het antwoord op het raadsel te komen blijkt vaak precies die leesmotivatie op te leveren, waar we als leerkracht zo vaak naar op zoek zijn—zeker in combinatie met een aantal plezante spelregels. Maar ze kunnen ook als opstapje dienen naar verdere reflectie over thema’s als ambiguïteit, communicatie, kennis en de werking van taal—bij leerlingen in de derde graad.
Concreet:
KU Leuven Campus Kulak Kortrijk
Etienne Sabbelaan 53
8500 KORTRIJK, België
€ 59,00
Dag van
Classic
200
D23-006