Doelstellingen
Inzicht krijgen in schoolrijpheid en faalangst en in de relatie tussen beide.
Inhoud
We geven antwoorden op volgende vragen:
- Wat is het verschil tussen de laatste kleuterklas en het eerste leerjaar?
- Wat is schoolrijpheid?
- Wat is visuomotoriek?
- Wat is het verschil tussen “mag ik overvaren?” en “wil ik overvaren?”
- Hoe bepalen we de schoolrijpheid?
- Hoe meten we schoolrijpheid?
- Wat is een goede schoolrijpheidsproef?
- Hoe zorgen we voor een vlotte overgang?
- Wat zijn alarmsignalen voor een zwakke schoolrijpheid?
- Waarom zegt een kind "Ik kan dat niet!"?
- Welke alarmsignalen zijn er voor faalangst?
- Hoe ontstaat faalangst?
- Hoe vermijden we “Ik kan dat niet!”?
- Hoe brengen we kinderen van "Ik kan dat niet!" naar “ik kan dat wel?”
- Hoe zorgen we ervoor dat kinderen toch een opdracht uitvoeren?
- Wat is de functie van tekenen, inkleuren, schrijfpatronen?
- Welke activiteiten, welke opbouwen en welk speelgoed is goed voor kleuters als voorbereiding op de lagere school?
De school moet steeds op voorhand vragen en gevalsbesprekingen formuleren en doorsturen. Deze worden dan op de studiedag door mij beantwoord en besproken en zo wordt het echt een studiedag op maat van de school.
Beginsituatie
De school moet steeds op voorhand vragen en gevalsbesprekingen formuleren en doorsturen. Deze worden dan op de studiedag door mij beantwoord en besproken en zo wordt het echt een studiedag op maat van de school.