Afgelopen
Programma:
08.15 u. onthaal met koffie, thee of frisdrank + leermiddelenbeurs + netwerkmoment
08.45 u. welkom en inleiding
09.00 u. werkwinkels beurt 1
10.30 u. pauze met koffie, thee of frisdrank + leermiddelenbeurs + netwerkmoment
11.00 u. werkwinkels beurt 2
12.30 u. einde
Leraren eerste graad A en B
Je krijgt zicht op de minimumdoelen voor de basisschool en denkt na over wat dat betekent voor de eerste graad secundair onderwijs.
In deze workshop krijg je zicht op enkele belangrijke aanpassingen die de nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs in dat curriculum zullen teweeg brengen. We geven ook achtergrondinformatie mee over de keuzes die er gemaakt werden en welke visie daar achter zit.
We zoeken daarnaast samen naar gevolgen voor de aanpak van bepaalde onderwerpen in de eerste graad van het secundair onderwijs.
Interactieve lezing gevolgd door groepsgesprek met transferopdracht.
Je hebt zicht op het curriculum van de eerste graad in het secundair onderwijs. Je hebt eventueel ervaring met het voortbouwen op de beginsituatie van leerlingen die pas de basisschool hebben verlaten.
Alle leraren eerste en tweede graad
We beginnen gezamenlijk. We doen zelf als goochelaar een paar rekentrucs waarvoor je materiaal krijgt en waarbij we achteraf de wiskundige uitleg geven.
Nadien is een waaier van opdrachten die zowel in de eerste als tweede graad bruikbaar zijn en je zeker achteraf een leuke les wiskunde bezorgen. De meeste opdrachten kan je met een beetje fantasie aanpassen aan het niveau van je eigen klas. Er zijn een paar denkspelen waarbij je zelf een strategie kan bedenken. Voor deze opdrachten krijg je per twee een tas met materiaal dat je nadien mag meenemen. Bij heel wat doordenkers is er extra materiaal, dat zeker helpt om de problemen beter te analyseren en dat je achteraf als je de opdracht leuk en bruikbaar vindt, mag verdelen. Het materiaal is ook gemakkelijk zelf te maken. Ideeën voor opendeurdag of om een speciale dag te vieren, ga je zeker opdoen.
Door meer of minder hulp en materiaal te geven kan je met deze denkers heel goed differentiëren en laat je iedereen het probleem op zijn manier onderzoeken. Iedereen heeft het genot van iets te vinden.
Waarom maken leerlingen fouten bij wiskunde? Er kunnen tal van redenen zijn: niet voldoende de stof bestudeerd, slordigheid, of te hoge complexiteit. Al deze oorzaken zijn vanuit didactisch oogpunt simpel te benaderen (in theorie, want de weerbarstige praktijk is nooit makkelijk!). Veel spannender wordt het bij een vierde oorzaak van fouten, te weten 'misconcepties'. Een misconceptie is een vermeend begrip van wiskunde, dat afwijkt van het ‘juiste’ begrip – waarbij de aanhalingstekens er staan om te benadrukken dat wat juist is niet zelden wordt bepaald door conventies. Misconcepties vormen een didactische uitdaging, omdat ze hardnekkig zijn: het kost mentale inspanning van de leerling om een misconceptie te corrigeren. In deze werkwinkel bespreken we met elkaar welke misconcepties er in het wiskundeonderwijs zoal optreden, hoe je ze opspoort en hoe je leerlingen vervolgens begeleidt in het wegwerken hiervan. En we gaan natuurlijk ook in op het voorkomen dat misconcepties überhaupt postvatten, al zullen we ook zien dat dit niet altijd de ‘goede’ didactiek is!
De werkwinkel bestaat uit twee delen. In het eerste deel komen de deelnemers aan de hand van een aantal voorbeelden tot een overzicht van verschillende soorten misconcepties. In het tweede deel slaan we de brug tussen leren en lesgeven: wat doe je met kennis over misconcepties in je onderwijs?
Leraren eerste en tweede graad (buitengewoon) secundair onderwijs
We beogen dat men de drempels van dyscalculie kent en inziet dat ‘niets doen’ geen optie is, maar dat redelijke aanpassingen een middel zijn voor valide toetsen en gelijkwaardigheid.
Henschen beschreef rond 1919 reeds personen met ernstige rekenproblemen. Toch blijven sommigen twijfelen of dyscalculie wel bestaat en of het niet gewoon om een vorm van neurodiversiteit of het gevolg van onaangepast onderwijs gaat. We zien slingerbewegingen van safe spaces en inzetten op autonome motivatie en hulpmiddelen (waaronder AI) naar het indrillen van kennis in strengere scholen. Sommigen zien ‘redelijke aanpassingen’ als gelegitimeerde verwaarlozing en stellen dat diagnoses op de schop moeten…. Kortom na 100 jaar is zijn er tal van vragen.
In deze sessie wordt een overzicht gegeven van wat dyscalculie is en hoe men er vroeger naar keek. Er wordt besproken wat de impact is van het ‘slingeren’ en welke mythes ontkracht moeten worden. Er blijven tot op heden tal van ‘hidden potentials’ die door de dyscalculie onderpresteren en geen valide toetsen/kansen krijgen. Niets doen is dus geen optie.
We starten met een casus. Vervolgens belichten we met een inleefoefening wat dyscalculie is. Daarna kijken we hoe vaak dit voorkomt, of het iets te maken heeft met slecht onderwijs, of soorten dyscalculie zijn, wat de kenmerken zijn, hoe je het vaststelt en vooral wat je eraan/ermee kunt doen.
Leraren 1B en 2B
Versterk met enkele kleine ideeën met een groot effect je lesaanpak.
Graag neem ik jullie mee op een tijdreis doorheen mijn jarenlange ervaringen in het geven van wiskunde in de eerste graad B-stroom. Je mag je verwachten aan een enthousiaste getuigenis over mijn aanpak, waarin ik onder andere uitleg op welke pijlers mijn wiskundelessen steunen, zoals coöperatieve leerstrategieën, ziezokaarten, zelfredzaamheid, groei-evaluatie.
Daarnaast is er zeker ruimte voor vraag en antwoord. Indien mogelijk mogen eventuele vragen of casussen op voorhand doorgestuurd worden.
Graag sta ik ook open voor intervisie, want ook ik heb niet op alles een pasklaar antwoord of een voor het grijpen oplossing.
Op het einde van deze workshop stuur ik jullie graag naar huis met enkele inzichten en handvaten waaraan je je kan optrekken.
Getuigenis
Vraag en antwoord – interactie – intervisie
Leraren eerste en tweede graad
Na het volgen van de workshop ken je verschillende didactische werkvormen die elke leerling activeert in zijn/haar denken.
We analyseren samen enkele onderliggende principes van effectieve didactiek: wat maakt dat leerlingen écht gaan denken en leren? We duiken in enkele werkvormen die je direct in de klas kunt gebruiken.
Workshop
Leraren tweede graad doorstroomfinaliteit en dubbele finaliteit
Deelnemers kennen enkele minder bekende toepassingen van grafentheorie en kunnen die linken aan hun lesinhouden.
Als het gaat over grafentheorie, dan zijn sociale netwerken en routeplanning vaak de eerste voorbeelden die opduiken. In deze workshop verkennen we de terminologie, methodiek en eigenschappen uit de grafentheorie eens vanuit enkele andere contexten, met speelse en verrassende voorbeelden waar je niet meteen een netwerk in herkent.
Deelnemers gaan zelf aan de slag met enkele hands-on problemen, waarna de achterliggende grafentheorie uit de doeken gedaan wordt.
Alle gebruikte termen worden kort herhaald, maar enige bekendheid met de basisconcepten rond grafen is wel nuttig (knoop, boog, graad, pad, cykel, …)
Pen en papier
Leraren eerste graad
Leerlingen stapsgewijs oplossingsmethodes aanreiken en leerkrachten ondersteunen om probleemoplossend denken duurzaam te stimuleren, los van thema’s of hoofdstukken.
Veel leerlingen worstelen met een gestructureerde aanpak bij het oplossen van vraagstukken. Ze beginnen vaak zonder strategie en verliezen onderweg het overzicht.
In deze workshop stellen we een nieuw project voor dat probleemoplossend denken bij leerlingen wil versterken. Het project richt zich op twee actuele uitdagingen:
Door beide invalshoeken te combineren, wil het project zowel de leerontwikkeling van leerlingen bevorderen als leerkrachten praktische tools bieden. Het uiteindelijke doel is het versterken van het probleemoplossend denkvermogen bij leerlingen, zodat zij met meer zelfvertrouwen en overzicht complexe vraagstukken kunnen aanpakken.
De workshop combineert toelichting met actieve oefeningen. Deelnemers gaan zelf ook aan de slag met vraagstukken en ervaren zo de aanpak vanuit leerlingperspectief.
Er is ruimte voor vragen en uitwisseling.
Deelnemers hebben al ervaring met het lesgeven in wiskunde, maar zijn op zoek naar praktische tips en tools om probleemoplossende vaardigheden gestructureerd aan te leren in de klas.
Balpen en smartphone
Deze sessie verduidelijkt hoe slimme taal- en rekenmodellen werken en hoe ze een toegevoegde waarde kunnen leveren bij de leer- en onderwijspraktijk voor het vak wiskunde. Er worden voorbeelden gegeven van hoe ze kunnen ondersteunen bij het voorbereiden van lessen en het opstellen van toetsen, maar ook van hoe de technologie effectieve didactiek in de weg kan staan indien onoordeelkundig ingezet.
EDI is een manier van lesgeven waarbij de leerkracht centraal staat. Elke les heeft een afgebakend lesdoel en de leerkracht geeft heldere instructie. De leerlingen moeten schrijven, overleggen en nadenken over vragen die de leerkracht stelt. Daardoor worden de lessen in hoge mate actief en responsief. Door bijvoorbeeld het gebruik van wisbordjes en willekeurige beurten krijgt de leerkracht een scherp beeld op het leerproces van de leerlingen en kunnen de lessen hier optimaal op afgestemd worden.
EDI biedt een helder lesmodel van lesfasen en technieken die de leerkracht kan inzetten om de leerlingen met plezier en succes de lessen te laten volgen. Het EDI-lesmodel kan naast andere lesmethodes gebruikt worden.
KU Leuven Campus Kulak Kortrijk
Etienne Sabbelaan 53
8500 KORTRIJK, België
€ 75,00
Dag van
Classic
250
D26-003